Jeugdvriendin van Audrey Hepburn
Margriet - oktober
1993
Iemand die zelf nog balletles heeft gehad van
Audrey Hepburn is de nu zevenenvijftigjarige
Rose-Marie Willems-Sleijster
uit Veenendaal (ah4).
Ze vertelt: "Ik zat in de oorlog op de balletschool van mevrouw Bloema-De Jager in
Arnhem. Ballet was gewoon iets wat moest, het hoorde bij je opvoeding, net als zwemmen en
gymnastiek.
Wij waren als vier-, vijfjarigen de kleintjes. Audrey zal in die tijd een jaar of veertien
geweest zijn en zij was één van de beste leerlingen. Geregeld mocht zij daarom de lessen aan
de kleuters overnemen.
Ik zie nog zo voor me hoe ze er toen uitzag. Ze was lang en dun, had grote handen en voeten.
Haar tanden stonden een beetje scheef. Opvallend waren haar mooie grote ogen. Ze probeerde
echt wat van die lessen te maken. Ze was ernstig voor haar leeftijd. Er was zo'n ouderwetse
grammofoon en als we dansten op de muziek, dan klapte zij daarbij in haar handen.
Als jong kind ben je natuurlijk niet zo braaf, af en toe deed ik iets wat niet mocht. Dan zei
Audrey: jij daar, in je bruine pak, niet zo ondeugend zijn, maar beter je best doen.' Ik denk
dat ze tijdens de oorlog in de stad Arnhem heeft gewoond, al weet ik dat niet zo precies. Ik
dacht tot het bombardement wel, daarna zijn Audrey en haar moeder verhuisd. Als kind wist ik
wel dat het oorlog was, maar ik was natuurlijk veel te jong om het me echt te realiseren.
In 1953 ben ik als aupair naar New York gegaan. Audrey zat daar toen ook. Ze trad samen
met Mel Ferrer op, met wie ze dat jaar was getrouwd, in het stuk 'Ondine', waarin ze een
zeemeermin speelde.
Ik heb haar toen een briefje geschreven. Dat ik antwoord zou krijgen, had ik volstrekt niet
verwacht, maar ja hoor. Of ik zin had om naar haar toe te komen na de voorstelling. Ik
ontmoette haar in de kleedkamer.
Ze wist meteen weer wie ik was. 'Jij was dat meisje in het bruine pak,' zei ze.
Ze had een gezellige kleedkamer met een heleboel
knuffelbeesten. Haar haar was goud geverfd in verband met de voorstelling. We hebben wat
zitten kletsen, daarna nam ze me mee in een taxi.
Later hebben we samen nog eens
gewinkeld en geluncht. Het was heel gezellig. Het was een wonder hoe Audrey aan de ene kant zo
eenvoudig kon zijn en aan de andere kant zo'n grote uitstraling kon hebben.
We hebben daarna nog wel met eikaar geschreven, ik heb nog een mooie foto van haar cadeau
gekregen, maar langzamerhand verwatert zo'n contact. Ik ben haar altijd blijven volgen. Ze is
me dierbaar gebleven. Een gemakkelijk leven heeft ze niet gehad.
Op de laatste foto's zag je wat er aan de
hand was, je voelde dat ze niet meer beter kon worden. Het raakte me toen ik hoorde dat ze
dood was gegaan.
Ze was een fantastisch mens, door haar talent, maar ook om wat ze voor anderen heeft gedaan.
|